Je lichaam reageert niet anders op het letsel van een operatie dan op een verwonding door een ongeluk. Om bloedverlies te beperken, verhoogt het de stollingsfactoren in het bloed. Helaas verhoogt dit het risico op het ontstaan van bloedstolsels na een operatie, wat nog wordt versterkt door de lange perioden van inactiviteit tijdens bedrust en de directe impact op de bloedvaten als gevolg van de chirurgische ingreep.
DVT (diepe veneuze trombose) treedt meestal op als een bloedstolsel in het been zich vormt in de diepe aders van de kuitspieren. Minder vaak kan het zich vormen in de diepe aderen van de dij. Soms kan het ook de armen aantasten of andere diepe aders in het lichaam blokkeren. Als een deel van het stolsel of het hele stolsel losbreekt en zich in de bloedbaan verplaatst om slagaders in de longen te verstoppen, kan dit een mogelijk fatale longembolie (PE) veroorzaken. DVT en PE worden vaak samen veneuze trombo-embolie (VTE) genoemd.